tenten, podia en overige constructies
TIJDELIJKE BOUWSELS
Bij evenementen worden verschillende objecten of tijdelijke bouwsels gebruikt, zoals:
- Tenten
- Decors
- Podia
- Tribunes
- Attracties en Kermistoestellen.
Een tijdelijk bouwsel wordt telkens opnieuw op- en afgebouwd. Bij tijdelijke bouwsels heb je in beginsel met twee aspecten van veiligheid te maken: brandveiligheid en constructieve veiligheid.
Brandveiligheid
Tenten
Bij de aanvraag moet er voor tenten altijd een brandveigheidscertificaat ingediend. De NEN 8020-41 is een norm die van toepassing is op de (brand)veiligheid van tenten met een oppervlakte van meer dan 25 m2, die geen bouwwerk zijn in de zin van het Bouwbesluit.
Constructieve veiligheid
De tijdelijke bouwsels van een evenement zijn benoemd, zijn vrijwel altijd kortstondig op de plaats aanwezig en zijn dan geen bouwwerk in de zin van het Bouwbesluit. Bij beoordeling dient dan ook niet aan het Bouwbesluit getoetst te worden. Daarom is de ‘Richtlijn voor
Constructieve Toetsingscriteria bij een aanvraag voor een Evenementenvergunning’ van het
COBc (hierna: de ‘COBc richtlijn’) opgesteld. Deze richtlijn geldt voor alle tijdelijke bouwsels. Op de site van de vereniging Bouw en Woningtoezicht is de volledige richtlijn te downloaden.
Bij objecten waarbij de constructieve veiligheid niet relevant is kan o.a. gedacht worden aan:
- Partytent t.b.v. straatfeest;
- Springkussens, waterbakken e.d.;
- Marktkraampjes;
- Podia waarvan de hoogte maximaal ca. 1 meter is, die een beperkte oppervlakte hebben (<75m2) en waarbij geen overkapping aanwezig is;
- Tenten met een vloeroppervlakte kleiner dan 50 m2.
De constructieve verantwoording dient, wat het COBc betreft, minimaal 3 weken voor aanvang van het evenement ter beoordeling te worden voorgelegd aan de vergunningverlener.
Het Tentboek
Aspecten van veiligheid (zoals belasting, brandveiligheid, in- en uitgang, nooduitgangen, verlichting) van een tent worden vastgelegd in een zogenaamd Tentboek. Het tentboek vormt de Nederlandstalige samenvatting van het bouwboek conform de NEN 8020-41.
Het Tentboek geeft gedetailleerde informatie over gebruikte materialen (keuringsrapport), constructiemethode en constructieberekening, behorend bij de tent, gebundeld en aangeleverd door de eigenaar of verhuurder.
Het Tentboek bevat ten minste:
- naam van leverancier, fabrikant en, indien de tent buiten de EU is geproduceerd, importeur;
- naam van eigenaar of verhuurder (dit is de degene die de tent plaatst);
- een constructieve berekening van de tent;
- vermelding van het extra gewicht dat kan worden opgehangen, op welke plaats en op welke manier;
- vermelding tot welke weerssituatie (wind en sneeuw) verblijf in de tent veilig is;
- tekening van de tent in de maximale vorm;
- kwaliteitsverklaring van het brandgedrag van het tentdoek;
- openingsrichting en materiaal van de nooduitgangen zoals harde deuren of tentdoek;
- bij gebruik van tritiumborden als vluchtwegsignalering: een rapport met de herkenningsafstand volgens NEN 6088, de bepaling van de zichtbaarheid en de vervangingsdatum (‘replace-date’);
- een document waarin staat dat de constructie van de tent nooit zo mag worden aangetast dat de constructieve veiligheid in het geding komt. Bijvoorbeeld dat dwarsverbanden, grondankers, ballasten, palen en spanten niet mogen worden verwijderd.
Keuringsrapporten voor het gebruikte tentdoek zijn voorzien van een geldigheidsdatum. Deze datum heeft alleen betrekking op het productieproces en niet op het product. Het zegt niets over het (brand)verloop van de kwaliteit van het materiaal. Tentdoek dat voldoet aan de eisen blijft zelfdovend. Een keuringsrapport met een verlopen datum is dus nog steeds geldig. Een tentboek wordt gemaakt en geleverd door de eigenaar of verhuurder. Het tentboek is in het Nederlands opgesteld. Berekeningen en certificaten die bij het tentboek horen mogen in het Duits, Frans of Engels zijn opgesteld. De toelichting op de berekening en certificaten moet in het Nederlands zijn opgesteld.
Het Tentboek moet worden meegestuurd aan de organisator (digitaal of in print) zodat het op de locatie beschikbaar is. Het boek biedt informatie die bij het opstellen van het beheersplan voor de aanvraag van de vergunning en kan worden gebruikt.
Podia
De (verdeling van) verantwoordelijkheden m.b.t. het tijdelijk plaatsen van een podiumconstructie wordt beschreven in de NPR 8020-50. De NPR 8020-51 geeft aanbevelingen hoe om te gaan met de toepassing van bestaande regelgeving en normen voor constructieve- en gebruiksveiligheid op podiumconstructies welke met een tijdelijk karakter worden gebouwd. Bij podiumconstructies zijn drie partijen te onderscheiden, en de NPR 8020-50 maakt duidelijk welke verantwoordelijkheden iedere partij heeft:
1. de opdrachtgever/gebruiker / 2. de bouwer – constructeur / 3. de controlerende instanties.
- De opdrachtgever/gebruiker:
- moet informatie verstrekken (wat, waar, hoeveel);
- is verantwoordelijk voor de veiligheid van gebruiker en publiek;
- is verantwoordelijk voor het gebruiksplan (locatie, publiek, wind, decor, rigging, enzovoort);
- moet de gebruiksinstructie van de bouwer opvolgen;
- is verantwoordelijk voor het vergunningentraject.
- De bouwer/constructeur moet:
- de constructietekeningen en berekeningen aan leveren;
- de constructie bouwen volgens tekening en goedkeuring;
- de gebruiksinstructies leveren;
- het gebruiksplan juist interpreteren;
- de documenten tijdig aanleveren (vaak omwille van tijd en duidelijkheid ook rechtstreeks aan de controlerende instantie).
- De controlerende instantie moet:
- de tekeningen en berekeningen controleren;
- controleren op naleving van de gebruiksinstructie;
- controleren op geldende regels en normen;